De torenklok en de jacquemart van Récollet

De toren van het Récollet, gebouwd in 1968, met daarop een bol die kenmerkend is voor de oude kerken van de Gaume, herinnert aan het bestaan van het klooster en van een religieus gebouw in deze streken. Verlaten door de monniken tijdens de Franse Revolutie en verwoest in 1840, blijft het rijke barokke meubilair vandaag over: de preekstoel is overgebracht naar de parochiekerk van Virton, het hoofdaltaar naar de kerk van Saint Donat (Arlon) en de zijaltaren en koorbanken naar de kerk van Saint Pierre de Bellefontaine (Tintigny).

In 1946 kocht de heer Edmond Fouss, stichtend conservator van het Musée gaumais, de oude klok van de kerk van Gérouville, gesmeed in 1768 en door hemzelf gerestaureerd, van de heer Jean Dermeng, klokkenmaker in Virton. Enkele jaren later verwierf het museum de wijzerplaat van dezelfde kerk. Deze is versierd met fleur-de-lis en wordt aangedreven door een enkele wijzer die de uren aangeeft.

Om het geheel een karakteristieke noot te geven, besloot hij boven op de toren een jaquemart aan te brengen die een Recollect-monnik voorstelt, symbool van de kloostergemeenschap die in de 17e en 18e eeuw binnen deze muren leefde. Een jacquemart is een automaat verbonden aan een uurwerk. Het Récollet is het derde van de zes jacquemarts in België. Het is bekend onder de naam "Frère Jacques", naar François-Jacques Pierron, een van de enige monniken die hier bekend is en die later pastoor van Virton werd.

De figuur werd ontworpen door de heer Alfred Van den Brandt, een schilder uit Montpellier. De uitvoering werd toevertrouwd aan de heer Camille Brasseur, beeldhouwer en tingieter. De automaat, gemaakt van rood koper, meet 1,63 m en weegt 75 kg. en hij leeft... Elektrisch verbonden met het uurwerk, draait hij op elk uur om de bel te slaan.

De klok, een ander verzamelobject, werd gegoten in Mont-devant-Sassey (Franse Maas). Het geeft C scherp. Het carillon van drie klokken slaat de kwartieren om de melodie van drie kristallen noten te completeren. Deze klokken werden in 1968 gegoten door de gieterij Sergeys in Leuven en door de Rotary Club aan het museum geschonken. Zij geven respectievelijk Dis, F en Gis. Zo dirigeert de jaquemart, met zijn dirigentachtige uiterlijk, de muzikale beweging. Maar niet alles wordt geëlektrificeerd. De klok is zuiver mechanisch gebleven. Elke dag moeten de gewichten opgewonden worden!

In 1991 werd de jaquemart verder verfraaid door de heer Pater de Longueville, een vergulder, die hem met bladgoud bedekte. 

Ga naar de inhoud